Citation

Daalder AL. Justitiele Verkenn. 2007; 33(7): 64-77.

Copyright

(Copyright © 2007, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum)

DOI

unavailable

PMID

unavailable

Abstract

In the Netherlands in 2000 the amendment of the law that effected the lifting of the general brothel ban came into effect. On certain conditions the commercial exploitation of prostitution by prostitutes of age is legal, provided that they do their work on a voluntary basis and possess the legal residence permit required for employment. In this article attention is paid to the amendment of the law and the consequences of this amendment for trafficking in human beings, based on the results of the evaluation of the amendment. It appears that the number of foreign prostitutes working without a valid residence permit has decreased, due to stricter inspections and enforcement. However, involuntary prostitution is still a problem. No positive developments in the number of prostitutes working under some degree of coercion have been detected. Also there is no decrease in the number of prostitutes with pimps, which is worrisome in the context of the combat against the exploitation of involuntary prostitution.

Keywords: Human trafficking; Mensenhandel, Exploitatie, Minderjarige, Handhaving, Illegaal, Exploitant, Gemeente, Strafbaarheid, Strafrecht, Dwang

Na een lange periode van maatschappelijke discussies en politieke debatten is op 1 oktober 2000 het wetsvoorstel in werking getreden waarmee het algemeen bordeelverbod is opgeheven. De kern van de wetswijziging is dat vormen van exploitatie van prostitutie waarin meerderjarige, legaal in Nederland verblijvende prostituees vrijwillig werkzaam zijn, niet langer verboden zijn. [...] Dit artikel beoogt inzicht te bieden in de gevolgen van de wetswijziging in de praktijk van de prostitutiebranche. Aandacht wordt besteed aan de wetswijziging, aan de stand van zaken in de prostitutiebranche en aan de betekenis hiervan met het oog op de bestrijding van mensenhandel.